Een bijzondere dag – euthanasie en andere rituelen

“Waarom word je huisarts? Nou, ik koos ervoor omdat ik alles leuk vond. En ook omdat ik belang hecht aan contact met de patiënten en continuïteit van zorg. En de keuzevrijheid die je hebt, in je eigen praktijk en met jouw manier van werken. Toen ik afstudeerde als basisarts in 2012, was het wel een vraag hoor, of ik ziekenhuisarts of huisarts wilde worden. Huisarts is een breed vak en ik was een beetje bang dat ik diepgang zou missen. Maar die diepgang is er volop. Bijvoorbeeld omdat je patiënten begeleidt op momenten die ertoe doen. Dan kom je dicht bij de kern van wat iemand mens maakt, en je mag daar als huisarts deelgenoot van zijn. Niet vanwege je persoon, of omdat je zo’n aardige vent bent, maar vanuit je functie.

"Als huisarts begeleid je patiënten op momenten die ertoe doen"

Merijn Godefrooij, huisarts
Merijn Godefrooij

Zo kan het gebeuren dat je op één dag twee overlijdens meemaakt. Om drie uur gistermiddag had ik een euthanasie bij een patiënte die al lang ziek was en die ik ook lang heb begeleid.  Mijn rol bij euthanasie is me ten dienste stellen van de persoon die ik euthanasie geef. Want het is haar wens, dus ik maak het mogelijk op haar manier. Iedereen vindt het moeilijk en spannend, en dan is het fijn als jij als arts de regie neemt en zegt: ‘Nou, we gaan beginnen en zo gaan we het doen.’  En nu was het moment daar.  De patiënt, het infuus, de medicatie die de apotheker al had klaargemaakt. Alle dierbaren rond het bed, haar partner die liefdevol haar hand vasthoudt en op de achtergrond klonk muziek van BZN, uit de tijd dat ze verliefd werden. Zo loods je iedereen erdoorheen, zo goed mogelijk. En dat is heel dankbaar. Natuurlijk is het ook een droevig moment, ik vond het zelf ook moeilijk om afscheid te nemen. Daar mag je best last van hebben, je doet dit tenslotte niet even tussen de koffie en de afwas door.

Onderweg naar huis kreeg ik een telefoontje: een andere patiënt was overleden. Het ging om een ernstig zieke mevrouw van wie ik al wist dat ze dood zou gaan. De familie en de zorg hadden mijn nummer, voor het geval dat zou gebeuren. Dus daar ging ik, op de fiets, door de regen, naar het huis van deze patiënt om te schouwen. Ik kwam daar binnen, de hele woonkamer zat vol, ook allemaal mensen die ik ken uit mijn praktijk, mensen van wie je nog niet wist dat ze bij elkaar horen… dan besef je ineens hoe bijzonder het is dat je dit kunt doen. Ze waren ook blij dat ik zelf kwam schouwen, dat doet niet iedere dokter. Ik hoorde de zoon en schoondochter zeggen: ‘Dan komt de dokter en die luistert even naar het hart, en kijkt in de ogen met een lampje en zegt dan: gecondoleerd. Dan is het officieel.’  Zo gaat het precies. Het is bijna een ritueel, met de huisarts als een soort ceremoniemeester die structuur en houvast geeft.

En dat raakt aan de vraag waarom ik huisarts ben geworden. Omdat ik graag iets opbouw met mijn patiënten. Je maakt iemands levensloop mee. Je hebt een inkijkje in iemands leven, ook op intieme momenten zoals bij overlijden. Waarna je op je spreekuur gewoon weer een verkouden kind ziet. Die dingen bestaan naast elkaar, en juist dat maakt dit vak mooi en bijzonder.”

Merijn Godefrooij,
huisarts